Stand van de sterren is het laatste deel van het unieke drieluik over het moderne Indonesië van filmmaker Leonard Retel Helmrich. Met zijn adembenemende camerawerk brengt hij ons heel dicht bij de Indonesische samenleving.

Leonard Retel Helmrich volgde gedurende 12 jaren één en dezelfde Indonesische familie (Sjamsudin) uit de sloppenwijken van Jakarta, wat heeft geresulteerd in het drieluik Stand van de zon, Stand van de maan en Stand van de sterren. Net als in de voorgaande twee delen laat de maker ons in Stand van de sterren de onderliggende patronen van het leven in Indonesië zien. Dit brengt hij zowel letterlijk als symbolisch in beeld. Het Indonesische gezin Sjamsudin is als het ware een microkosmos waarin je de belangrijkste problematiek van het leven in Indonesië terugvindt: corruptie, conflicten tussen religies, gokverslaving, de generatiekloof en het groeiende verschil tussen arm en rijk.

Indonesië is het op drie na grootste land ter wereld en telt tevens de grootste moslimpopulatie van de wereld. Grootmoeder Rumidjah, een belijdend christen,  is vanuit het drukke Jakarta bij haar vriendin Tumisah op het platteland gaan wonen. Haar tot moslim bekeerde zoon Bakti heeft de zorg over haar kleinkind Tari op zich genomen. Omdat het opvoeden van zijn nichtje Tari hem zwaar valt, haalt Bakti zijn moeder terug naar de stad.

Tari groeit op in een tijd waarin de jeugd heel open is geworden en ze steekt haar mening niet onder stoelen of banken. Door haar gedrag komt zij regelmatig in conflict met de oudere generaties. Vanwege de problemen die de familie met Tari ondervindt, besluit de oude vrouw in de stad te blijven totdat Tari klaar is met haar middelbare school en aan een universiteit kan gaan studeren. De hele familie ziet in de pientere Tari de enige mogelijkheid om hun eigen status te verhogen en ooit de sloppenwijk van Jakarta te kunnen ontvluchten. Maar dit zorgt ook voor grote spanningen binnen de familie. Bakti verdient met zijn baan als wijkhoofd niet genoeg, waardoor hij als extra bijverdienste vechtvissen traint om mee te gokken.

Terwijl de hele familie er alles aan doet om het collegegeld voor Tari’s studie bijeen te sprokkelen, besteedt Tari haar tijd en geld liever aan haar vriendinnen en het nachtleven van Jakarta. Zij komt via haar klasgenoten van de middelbare school in aanraking met het nieuwe rijke Indonesië, dat mijlenver af staat van haar leven in de sloppenwijk.